Kwaliteit en afzet

Doel en middel worden omgedraaid

Tijdens de Paper Recycling Conference in Rotterdam begin november zei een vertegenwoordiger van de gemeente Rotterdam dat de stad aanschaf van een nascheidingsinstallatie overweegt om de miserabele inzamelpercentages op te krikken. Ook voor papier en karton. De gemeente had inmiddels alles geprobeerd om het inzamelpercentage voor oudpapier op te krikken, maar tevergeefs, zo zei hij.

Een paar weken later stond echter in de Metro een uitgebreid artikel over de papierinzameling in Rotterdam. Geïnterviewde Rotterdammers gaven aan wat ‘een gedoe’ het is, om in Rotterdam je recyclingstromen kwijt te kunnen. Het aanbod aan inzamelcontainers blijkt beperkt en vrijwel geen containerpark is compleet.

Dan val je als gemeente volledig door de mand in een poging om de foute keuze voor nascheiding te legitimeren. Met nascheiding stijgen wel je inzamelcijfers, maar met de uitgesorteerde stromen kan je vervolgens niks. Dat geldt zeker voor papier en karton, maar ook voor veel andere recyclingstromen. Kwaliteit en afzet, daar draait het om.

Met nascheiding stijgen wel je inzamelcijfers, maar met de uitgesorteerde stromen kan je vervolgens niks.

Met name bij kunststof zie je nu direct de gevolgen van het gegeven dat Nederland zich richt op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Gemeenten en Nedvang liggen met elkaar nu in de clinch over de vergoeding, omdat een groot deel van de huishoudelijk ingezamelde kunststoffen niet of nauwelijks valt te recyclen. De reden hiervoor is toch echt dat in Nederland doel en middel worden omgedraaid. Het inzamelen van materiaalstromen die niet worden gerecycled omdat de kwaliteit onvoldoende is, of er geen afzet is, is zinloos en kost veel geld en CO2-uitstoot door zinloze transportbewegingen. Onze buurlanden doen dat toch een stuk beter.

De kwaliteit van de vezel en specificaties komen ook binnen de papier- en kartonketen steeds meer centraal te staan. Dan is het zaak dat heldere afspraken hierover vastliggen in de standaardsoortenlijst EN643 en dat er overeenstemming is hoe kwaliteitsmetingen plaatsvinden. Het is jammer dat - nadat meer dan een decennium lang de Europese papierindustrie en oudpapierindustrie gezamenlijk de ‘Quality Control Guidelines’ hebben uitgebracht en gepromoot – hieraan nu een einde is gekomen. Niet omdat partijen het niet eens zijn over de inhoud, maar omdat CEPI de term ‘recovered paper’ heeft veranderd in ‘paper for recycling’.

De reden hiervoor is dat de papierindustrie dan formeel het stempel van ‘recycler’ krijgt, en niet de oudpapier onderneming. Politiek gezien is dit erg belangrijk. Ongeacht de gebruikte term vervult het oudpapierbedrijf een cruciale rol in de recyclingketen.

Zij zamelt het oudpapier in, zuivert, en zorgt ervoor dat het oudpapier volgens specificaties van de betreffende papierfabriek wordt aangeleverd als hoogwaardige secundaire grondstof voor de vervaardiging van nieuw papier en karton.

De oudpapierbranche zorgt daarmee voor de transitie van afval naar grondstof. Die gezamenlijke inspanning om weer een nieuw hoogwaardig gerecycled product op de markt te brengen, lijkt mij het enige wat telt. Niet de gebruikte term….   


Gerard Nijssen
Voorzitter FNOI