Nieuw Papiervezelconvenant gaat voor kwaliteit
Het Papiervezelconvenant waarborgt de gescheiden inzameling en recycling van oudpapier en karton uit huishoudens. Nederland is met 85% papierrecycling een koploper in de wereld.
Gemeenten en papierketen zorgen er samen voor dat dit ook mogelijk blijft als het economisch even tegen zit. Met het convenant geeft de papier- en kartonsector invulling aan vrijwillige producentenverantwoordelijkheid voor niet-verpakkingsproducten van papier en karton die zij op de markt brengen, zoals kranten, tijdschriften, boeken en folders.
De 349 gemeenten die zijn aangesloten bij PRN kunnen rekenen op een gegarandeerde minimum afzetprijs van € 25,- per ton oudpapier en karton die onder de categorie niet-verpakkingen valt. Het gaat om 72% van de totale oudpapier en kartonstroom uit huishoudens.
Daarnaast garandeert PRN gemeenten onder alle marktomstandigheden de afname van het ingezamelde oudpapier en karton.
Belangrijke aanpassingen in het zesde Papiervezelconvenant zijn:
- Verhouding verpakkingen/niet-verpakkingen in huishoudelijk ingezameld papier gaat naar 72% niet-verpakkingen en 28% verpakkingen. Huidige convenant (en eerdere versies) gaat uit van 77% niet-verpakkingen;
- Verduidelijking definities productvreemde en producteigen vervuiling;
- Aanscherpen kwaliteitseisen aangeleverd oudpapier. Door gemeenten aangeboden oudpapier mag niet meer dan 3% productvreemde vervuiling bevatten. In huidig convenant (en eerdere versies) is dit nog 5%. De afgelopen jaren heeft de FNOI aangedrongen op aanscherping en verduidelijking. Het in eerdere Convenanten genoemde percentage van 10% (productvreemde + producteigen) vervuiling bleek verwarrend en voor enkele gemeenten zelfs aanleiding om 10% in aanbestedingen op te nemen als te accepteren productvreemde verontreiniging.
Met een aanscherping van de kwaliteitseisen zetten de betrokken partijen ook in de praktijk een flinke stap richting Circulaire Economie.
VNG Directeur Beleid Leefomgeving Edward Stigter rechts PRN voorzitter Ed Nijpels